Doorlopende statuten Hockeyclub Athena Amsterdam - d.d. 29-05-2024
Begripsomschrijvingen.
Artikel 1
In deze statuten wordt verstaan onder:
1. algemene vergadering, het orgaan bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 15 lid 1 van deze statuten, te weten de algemene vergadering van de vereniging;
2. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 10 lid 1 en artikel 13 lid 1 van deze statuten, te weten het
bestuur van de vereniging;
3. bond, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Koninklijke Nederlandse Hockey Bond, met statutaire zetel in de gemeente Nieuwegein, kantoorhoudende te Orteliuslaan 1041, 3528 BE Utrecht, ingeschreven in het handelsregister onder dossiernummer 40530560;
4. bondsbestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek, te weten het bestuur van de bond;
5. Bondsjaar, het bondsjaar loopt van één september van enig jaar tot en met eenendertig augustus van het daaropvolgende jaar.
6. continuïteitscommissie, het orgaan bedoeld in artikel 10.6 en 12.14.
7. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de vereniging;
8. langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van (organen van) de vereniging geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de (organen van de) vereniging respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan de degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de (organen van de) vereniging bekend is gemaakt;
9. leden, zowel de seniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a en lid 2 van deze statuten, als de juniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b
en lid 3 van deze statuten, als de ereleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als de leden van verdienste, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt;
10. lidmaatschap, zowel het lidmaatschap van de seniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub a en lid 2 van deze statuten, als van de juniorleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub b en lid 3 van deze statuten, als van de ereleden, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub c en lid 4 van deze statuten, als van de leden van verdienste, bedoeld in artikel 4 lid 1 sub d en lid 5 van deze statuten, voor zover deze statuten geen nader onderscheid maken of het tegendeel uit het zinsverband blijkt; 11. vereniging, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze statuten.
Naam en zetel.
Artikel 2
1. De vereniging is genaamd: Hockeyclub AthenA Amsterdam.
2. Als verkorte naam gebruikt de vereniging: HC AthenA.
3. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam.
Doel.
Artikel 3
1. De vereniging stelt zich ten doel de bevordering van de hockeysport in al haar verschijningsvormen en voorts het verrichten van al hetgeen daaruit voortvloeit, daartoe bevorderlijk kan zijn, dan wel daarmede verband houdt.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het lidmaatschap van de bond te verwerven en te behouden;
b. haar leden te laten deelnemen aan de door de bond georganiseerde of goedgekeurde competities, (oefen)wedstrijden en andere activiteiten op het gebied van de hockeysport, in welke verschijningsvorm dan ook.
c. het verwerven van registergoederen, in economisch- danwel juridisch eigendom, en andere vermogenswaarden;
d. het beheer en de exploitatie van de onder c. gemelde goederen.
Leden en lidmaatschap.
Artikel 4
1. De vereniging kent als leden:
a. seniorleden;
b. juniorleden;
c. ereleden;
d. leden van verdienste;
e. vrijwilligers-leden.
Slechts natuurlijke personen kunnen lid zijn van de vereniging.
2. a. Seniorleden kunnen slechts zijn zij die vóór één oktober van het lopende bondsjaar achttien jaar of ouder zijn en die als zodanig door het bestuur dan wel de algemene vergadering zijn toegelaten, dan wel zij die op grond van het bepaalde in de laatste volzin van het volgende lid seniorlid zijn geworden.
b. Seniorleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering.
3. a. Juniorleden kunnen slechts zijn zij die vóór één oktober van het lopende bondsjaar jonger zijn dan achttien jaar en die als zodanig door het bestuur dan wel de algemene vergadering zijn toegelaten.
b. Juniorleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering vanaf het bereiken van de leeftijd van zestien jaar.
c. Tot het bereiken van de leeftijd van zestien jaar van een juniorlid wordt het stemrecht van dit juniorlid uitgeoefend door de wettelijke vertegenwoordiger van het betreffende juniorlid.
d. De wettelijke vertegenwoordiger van een juniorlid heeft toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering, waarbij slechts één stem
uitgebracht kan worden, ongeacht het aantal juniorleden jonger dan de leeftijd van zestien jaar, die de wettelijke vertegenwoordiger kan
vertegenwoordigen.
e. Juniorleden kunnen in het huishoudelijk reglement van de vereniging nader worden onderscheiden in juniorleden in verschillende leeftijdscategorieën.
f. Een juniorlid wordt seniorlid bij het begin van het nieuwe bondsjaar als de in het vorige lid vereiste leeftijd van achttien jaar bereikt is, zonder verdere formaliteiten.
4. Ereleden kunnen slechts zijn meerderjarige natuurlijke personen aan wie wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging het erelidmaatschap is verleend door de algemene vergadering op voorstel van het bestuur. Ereleden zijn leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Ereleden zijn als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.
5. Leden van verdienste kunnen slechts zijn meerderjarige en minderjarige natuurlijke personen die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de erkentelijkheid van de vereniging en aan wie het lidmaatschap van verdienste is verleend door het bestuur. Leden van verdienste zijn als zodanig geen leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Leden van verdienste hebben wel toegang tot maar geen stemrecht in de algemene vergadering. Leden van verdienste zijn als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.
6. Vrijwilligers-leden kunnen onderscheiden worden in vrijwilligers-leden met stemrecht en vrijwilligers-leden zonder stemrecht.
a. Vrijwilligers-leden met stemrecht kunnen slechts zijn meerderjarige natuurlijke personen die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de erkentelijkheid van de vereniging en aan wie het lidmaatschap van vrijwilligheid is verleend door het bestuur. Vrijwilligers-leden met stemrecht zijn als zodanig leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Vrijwilligers leden met stemrecht hebben toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering. Vrijwilligers-leden met stemrecht hebben jaarlijks de verplichting aan de vereniging een bijdrage in de vorm van contributie te voldoen.
b. Vrijwilligers-leden zonder stemrecht kunnen slechts zijn meerderjarige natuurlijke personen die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de erkentelijkheid van de vereniging en aan wie het lidmaatschap van vrijwilligheid is verleend door het bestuur. Vrijwilligers-leden zonder stemrecht zijn als zodanig geen leden van de vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Vrijwilligers-leden hebben wel toegang tot maar geen stemrecht in de algemene vergadering. Vrijwilligers-leden zijn als zodanig vrijgesteld van het betalen van contributie.
7. Alleen degenen die voor de duur van hun lidmaatschap ook lid zijn van de bond, kunnen lid zijn van de vereniging.
8. a. Tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen niet worden toegelaten degenen, die niet tot het lidmaatschap van de bond worden toegelaten, of van wie de bond het lidmaatschap heeft beëindigd.
b. De vereniging verplicht zich voor al haar leden, alsmede voor al degenen die in de vereniging een functie –welke dan ook– bekleden, het lidmaatschap van de bond aan te vragen.
c. Het bestuur draagt er zorg voor dat degenen die als lid tot de vereniging wensen te worden toegelaten, als lid worden aangemeld bij de bond.
9. Personen die als lid toetreden of zijn toegetreden tot de vereniging, worden daardoor lid van de bond en zijn als zodanig (mede-) onderworpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond en zijn organen, waaronder met name is begrepen de tuchtrechtspraak.
10. Personen, die, zonder dat zij lid zijn van de vereniging, een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen of zullen uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage de vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de hockeysport generlei bemoeienis hebben of zullen hebben, zijn verplicht zich te (mede-)onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond en zijn organen, waaronder met name is begrepen de tuchtrechtspraak; daartoe zal de vereniging alle nodige maatregelen nemen en alle vereiste regelingen treffen, waarbij zo nodig met iedere zodanige individuele persoon een daartoe strekkende overeenkomst zal worden aangegaan.
11. Onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van lid 3, beslist het bestuur omtrent de toelating van leden. Minderjarige natuurlijke personen kunnen alleen als lid worden toegelaten indien zij een schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger overleggen aan het bestuur. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
12. De toelatingsprocedure kan nader in het huishoudelijk reglement van de vereniging worden uitgewerkt, in welk reglement nadere vereisten aan de toelating tot het lidmaatschap van de vereniging kunnen worden gesteld.
13. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan niet worden overgedragen.
14. Het bestuur houdt een ledenregister bij waarin onder andere de namen, adressen en geboortedata alsmede (indien mogelijk) een telefoonnummer en persoonlijk e-mailadres van alle leden zijn opgenomen, een en ander op een door de bond aan te geven wijze. In het register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn.
Verplichtingen van de leden.
Artikel 5
1. De leden van de vereniging zijn verplicht:
a. de statuten en de reglementen van de vereniging en van de bond, alsmede de besluiten van hun organen, na te leven;
b. de statuten, reglementen en besluiten van de Stichting Instituut Sportrechtspraak na te leven indien en voor de duur dat de bond het uitoefenen van haar tuchtrechtspraak heeft opgedragen aan voornoemde stichting;
C. de verplichtingen, die de vereniging en/of de bond uit naam van haar leden aangaat of die uit het lidmaatschap voortvloeien, te aanvaarden en na te leven. Tot deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van door de bond, mede namens haar leden, aangegane verplichtingen jegens één of meer derden betreffende:ongevallenverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, sponsoring, verkoop en exploitatie van televisie- en radio-opnamen en uitzend- en publicatierechten (al dan niet via elektronische kanalen zoals internet);
d. zich voor, tijdens en na de wedstrijd behoorlijk te gedragen;
e. er voor te zorgen dat de door hen te spelen wedstrijden ordelijk verlopen en dat de voorschriften die, door of vanwege het bestuur en/of het bondsbestuur met betrekking tot het verloop van en de handhaving van de orde bij die wedstrijden mochten worden gegeven, stipt worden opgevolgd;
f. zich te onthouden van handelen dat de belangen van de vereniging en/of de bond kan schaden;
g. zich te onthouden van handelen dat het aanzien van de hockeysport kan schaden;
h. zich tegenover elkander en derden en tegenover de vereniging en/of de bond te onthouden van bedrieglijke handelingen;
i. het dopingreglement van de bond na te leven;
j. tot betaling van contributie, zulks met inachtneming van het daaromtrent in deze statuten en het huishoudelijk reglement bepaalde.
2. Voor het overige kunnen door de vereniging dan wel de bond slechts verplichtingen aan de leden worden opgelegd na voorafgaande toestemming van de algemene vergadering van de vereniging dan wel de bond.
Straffen.
Artikel 6.
1. a. Strafbaar is elk handelen of nalaten in strijd met de wet, statuten, reglementen en/of besluiten van organen van de vereniging, of waardoor de belangen van de vereniging worden geschaad.
b. Tevens is strafbaar elk handelen of nalaten in strijd met de statuten, reglementen -wedstrijdbepalingen daaronder begrepen- en/of besluiten van organen van de bond, of waardoor de belangen van de bond, dan wel van de hockeysport in het algemeen worden geschaad.
2. Indien de algemene vergadering een tuchtreglement heeft vastgesteld, geschiedt de behandeling van overtredingen met
inachtneming van het bepaalde in het tuchtreglement en geschiedt de beoordeling en bestraffing van overtredingen door de organen, die in het tuchtreglement daartoe zijn aangewezen, onverminderd het bepaalde in lid 5.
3. Daargelaten de bevoegdheid van de bond om overtredingen als bedoeld in lid 1 onder b te bestraffen, is het bestuur bevoegd om
overtredingen te bestraffen, tenzij het tuchtreglement een ander orgaan aanwijst.
4. In geval van een overtreding als bedoeld in lid 1 kunnen de volgende straffen worden opgelegd:
a. berisping;
b. schorsing;
c. ontzetting uit het lidmaatschap (royement) als bedoeld in artikel 7;
d. uitsluiting van deelname aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor een in de straf bepaald aantal wedstrijden;
e. ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies voor een in de straf genoemde termijn uit te oefenen;
f. geldboete.
5. Het bestuur kan een lid schorsen wegens feiten, die aanleiding kunnen geven tot opzegging van diens lidmaatschap door de vereniging en/of tot ontzetting uit het lidmaatschap.
6. Een besluit tot schorsing dient binnen twee maanden te worden gevolgd door kennisgeving aan het geschorste lid van een besluit van het bestuur tot opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging dan wel tot ontzetting uit het lidmaatschap op voet van al het dienaangaande bepaalde in het volgende artikel. Bij gebreke van het een of ander vervalt de schorsing na afloop van die termijn. Hangende de procedure blijft het lid geschorst.
7. Een opgelegde straf wordt schriftelijk aan het lid medegedeeld. In spoedeisende gevallen kan de straf mondeling aan het lid worden
medegedeeld.
8. Een schorsing kan ten hoogste voor de duur van één jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid is geschorst, heeft hij
geen toegang tot een algemene vergadering en kan hij aldaar niet aan de stemming deelnemen, terwijl hem bovendien gedurende deze periode ook andere aan het lidmaatschap verbonden rechten kunnen worden ontzegd.
9. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de
statuten, reglementen en/of besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, tenzij in een tuchtreglement anders is bepaald. Van het besluit tot ontzetting kan betrokkene in beroep met in achtneming het bepaalde in artikel 7 lid 8.
10. In geval van overtredingen als bedoeld in lid 1 sub b is het betrokken lid onderworpen aan de bepalingen van het tuchtreglement van de
bond.
Einde lidmaatschap.
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.
2. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt voorts door het bestuur, wanneer het de vereniging krachtens de statuten van de bond verboden is het betrokken lid als lid van de vereniging te handhaven.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts schriftelijk per aangetekende brief of per e-mail en tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting
van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.
6. Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen in het geval zijn geldelijke rechten en verplichtingen worden
gewijzigd.
7. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging of van
organen van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
8. Indien een lid door de bond uit het lidmaatschap is ontzet of het lidmaatschap op andere wijze is beëindigd, is het bestuur, na het
onherroepelijk worden van deze ontzetting of beëindiging, verplicht het lidmaatschap van het desbetreffende lid met onmiddellijke ingang op
te zeggen.
9. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit van het bestuur tot ontzetting staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op de algemene vergadering open. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande dat het geschorste lid het recht heeft zich in de algemene vergadering, waarin het beroep wordt behandeld, te verweren.
10. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd.
Geldmiddelen en contributie.
Artikel 8
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. de contributies van de leden;
b. entreegelden van nieuwe leden;
c. subsidies;
d. donaties, erfstellingen en legaten;
e. andere inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen alleen worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De seniorleden en de juniorleden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen. Vrijwilligers-leden met stemrecht zijn eveneens gehouden tot het betalen van een jaarlijkse contributie waarvan de hoogte zal worden
vastgesteld door de algemene vergadering. Ereleden en leden van verdienste zijn als zodanig vrijgesteld van het
betalen van contributie.
4. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
5. Nieuwe leden zijn gehouden tot het betalen van een entreegeld, waarvan de hoogte zal worden vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
6. Het huishoudelijk reglement kan bepalingen bevatten terzake van door de leden in voorkomende gevallen aan de vereniging verschuldigde
schadeloosstellingen en boeten.
Donateurs.
Artikel 9
1. De vereniging kent naast leden ook donateurs.
2. Donateurs zijn natuurlijke personen of rechtspersonen, die door het bestuur als donateur zijn toegelaten en die zich jegens de vereniging
verplichten om jaarlijks of eenmalig een door de algemene vergadering vastgestelde bijdrage te storten.
3. Donateurs hebben geen andere rechten of verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten of reglementen van de
vereniging zijn toegekend of opgelegd.
4. De rechten en verplichtingen van donateurs kunnen te allen tijde door de vereniging door opzegging worden beëindigd, met dien verstande
dat de jaarlijkse bijdrage voor het lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
5. Opzegging namens de vereniging geschiedt schriftelijk of langs elektronische weg door het bestuur.
6. Voorts eindigt het donateurschap ten gevolge van overlijden en door schriftelijke of langs elektronische weg gedane opzegging van de donateur.
Bestuurssamenstelling en benoeming.
Artikel 10
1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste drie en ten hoogste acht natuurlijke
personen. Het aantal bestuursleden wordt met inachtneming van de vorige zin door de algemene vergadering bepaald.
2. Bestuursleden worden door de algemene vergadering benoemd. De leden van het bestuur behoeven geen lid te zijn van de vereniging.
3. De voorzitter van het bestuur wordt als zodanig door de algemene vergadering in functie benoemd. Het bestuur benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon verenigd worden. Het bestuur
regelt en verdeelt in onderling overleg zijn werkzaamheden, met inachtneming van de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement der vereniging.
4. Het lidmaatschap van het bestuur is onverenigbaar met:
− het lidmaatschap van de kascommissie;
− (indien deze is ingesteld) het lidmaatschap van de tuchtcommissie;
− het lidmaatschap van de continuïteitscommissie.
5. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
6. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de continuïteitscommissie of door deze commissie aan te
wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder
gelijkgesteld.
Einde bestuurslidmaatschap, periodiek aftreden, schorsing.
Artikel 11
1. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing of ontslag van een bestuurslid kan door de algemene vergadering slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen en mits het desbetreffende bestuurslid in de gelegenheid is gesteld zich tegenover de algemene vergadering te verklaren.
2. Een schorsing die niet binnen twee maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag eindigt door verloop van die termijn. Gedurende de
periode waarin een bestuurslid is geschorst kan dit bestuurslid zijn functie niet uitoefenen.
3. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De aftredende
is terstond, al dan niet aansluitend, doch ten hoogste tweemaal herbenoembaar, telkens voor een periode van uiterlijk drie
jaar. Hetgeen in deze statuten over de benoeming van bestuursleden is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming
van bestuursleden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in beginsel niet de plaats van zijn
voorganger in.
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voor een bestuurslid:
a. door zijn overlijden;
b. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn aftreden volgens het rooster van afreden als bedoeld in het vorige lid;
c. door zijn vrijwillig aftreden;
d. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
f. door zijn ontslag aan hem verleend door de algemene vergadering.
Besluitvorming van het bestuur.
Artikel 12
1. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende vergadering door het bestuur vastgesteld. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit van het bestuur niet beslissend.
2. Het bestuur vergadert minstens vier keer per jaar en verder zo vaak, als de voorzitter, de secretaris of twee bestuursleden dit wenselijk
achten.
3. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse als bij de oproeping bepaald.
4. De vergaderingen van het bestuur worden schriftelijk of langs elektronische weg opgeroepen door of namens de voorzitter van het bestuur met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van oproeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen. Op een daartoe strekkend verzoek van de secretaris of ten minste twee bestuursleden dient de voorzitter binnen één week na ontvangst van dat verzoek over te gaan tot oproeping tot een bestuursvergadering bij gebreke waarvan de verzoeker(s) zelf de vergadering kunnen (doen) oproepen. De oproepingsbrief bevat de datum, het uur en de plaats van de vergadering, alsmede de agenda.
5. Indien de oproepingstermijn vermeld in het vorige lid niet in acht is genomen, kan ter vergadering slechts besluitvorming plaatsvinden met
algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuursleden. Deze wijze van besluitvorming geldt tevens met betrekking tot onderwerpen die niet geplaatst zijn op de agenda in het vorige lid vermeld.
6. Toegang tot de bestuursvergaderingen hebben de bestuursleden, alsmede zij die door de voorzitter van het bestuur of de ter vergadering aanwezige bestuursleden worden toegelaten. Geschorste bestuursleden hebben geen toegang tot de bestuursvergaderingen.
7. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de secretaris van het bestuur de leiding van de vergaderingen van het bestuur. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de secretaris van het bestuur voorziet het bestuur zelf in de leiding van zijn vergaderingen.
8. Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering, waarin ten minste de helft van de in functie zijnde bestuursleden
aanwezig of vertegenwoordigd is en er te allen tijde minimaal twee bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een bestuurslid kan zich door een ander bestuurslid bij schriftelijke volmacht ter vergadering doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een bestuurslid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander bestuurslid ter vergadering zijn stem uitbrengen.
9. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
10. Alle besluiten in bestuursvergaderingen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco
stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken, is het voorstel verworpen.
11. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het
betreft een verkiezing van personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.
12. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle in functie zijnde bestuursleden in de gelegenheid
worden gesteld hun stem uit te brengen, en zij zich allen schriftelijk of langs elektronische weg, vóór het voorstel hebben verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt
vastgesteld. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.
13. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een bestuurslid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel, daaronder
begrepen telefonisch, aan de bestuursvergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het bestuurslid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) het stemrecht kan uitoefenen.
14. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de continuïteitscommissie.
15. Nadere regels omtrent de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur en omtrent het stemmen in bestuursvergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen door het bestuur in een reglement worden vastgesteld.
Bestuurstaak en vertegenwoordiging.
Artikel 13
1. Het bestuur is, behoudens beperkingen volgens de statuten, belast met het besturen van de vereniging.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang van de vereniging en de daarmee verbonden organisatie;
3. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
4. Indien het aantal bestuursleden beneden het statutaire minimum is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig
mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of open plaatsen aan de orde komt.
5. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de vereniging terzake van deze handelingen. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
I. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen, een bedrag van dertig duizend euro (euro 30.000),-- te boven gaande, onverminderd het bepaalde onder II;
II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen;
b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
d. het aangaan van dadingsovereenkomsten;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen, en van het nemen van de rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen leiden;
f. het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten en overeenkomsten van opdracht als deze een bedrag van vijftig duizend euro (euro 50.000) niet te boven gaan. Deze beperking geldt niet voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen.
6. Onverminderd het in de laatste volzin van het vorige lid bepaalde, wordt de vereniging vertegenwoordigd door:
a. hetzij het bestuur;
b. hetzij twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
7. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de vereniging binnen de
grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
8. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer van haar bestuursleden kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.
Boekjaar, jaarverslag, jaarrekening, rekening en verantwoording.
Artikel 14
1. Het boekjaar van de vereniging, ook te noemen het verenigingsjaar, loopt van een augustus van enig jaar tot en met een en dertig juli van
het daaropvolgende jaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar
rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op de jaarlijkse algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze
termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de jaarrekening ter goedkeuring aan de algemene vergadering over, waarbij gevoegd, indien aan een accountant als bedoeld in het volgende lid opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan afkomstig van deze accountant. De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
4. De vereniging kan opdracht tot onderzoek van de jaarrekening verlenen aan een accountant bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Tot het verlenen van de opdracht aan de accountant is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het bestuur bevoegd. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur, en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Indien aan een accountant opdracht tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, is
het bestuur verplicht hem ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen, hem desgewenst de kas
en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
5. Indien geen opdracht aan een accountant als bedoeld in het vorige lid tot onderzoek van de jaarrekening is verleend, benoemt de algemene vergadering jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de jaarrekening en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
6. De last van de in het vorige lid bedoelde commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt niet tot decharge van de bestuursleden voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar. Nadat het voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om decharge te verlenen aan de bestuursleden voor het door hen gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voorzover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of over dat beleid in de algemene vergadering mededelingen zijn gedaan.
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in dit artikel gedurende zeven jaren te bewaren.
9. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Algemene vergadering.
Artikel 15
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. In de in lid 3 van het vorige artikel bedoelde jaarlijkse algemene vergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de jaarrekening bedoeld in het vorige artikel, met het verslag van de aldaar bedoelde accountant dan wel commissie;
b. de goedkeuring van de jaarrekening;
c. het verlenen van decharge aan de bestuursleden voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar;
d. voorziening in eventuele vacatures;
e. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
f. de benoeming van de leden van de kascommissie en de continuïteitscommissie voor het volgende boekjaar.
3. Andere algemene vergaderingen worden bijeengeroepen, zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement verplicht is.
4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste vijftig (50) stemmen van het aantal stemmen dat in een voltallige algemene vergadering kan worden uitgebracht, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt
gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het bepaalde in artikel 19 of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging is gevestigd, veel gelezen dagblad, met inachtneming van de in artikel 19 bedoelde oproepingstermijn. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan de bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
Toegang en stemrecht.
Artikel 16
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden en ook de bestuursleden die niet uit de leden zijn benoemd. Geschorste leden hebben enkel toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing van het lid wordt behandeld, en zijn bevoegd daarover dan het woord te voeren.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist het bestuur dan wel de voorzitter van de algemene vergadering.
3. Ieder seniorlid, alsmede ieder juniorlid met de minimumleeftijd leeftijd van zestien jaar, ieder erelid, ieder vrijwilligers-lid met stemrecht, heeft één stem. De wettelijke vertegenwoordiger van een juniorlid jonger dan de leeftijd van zestien jaar kan slechts één stem uitbrengen, ongeacht het aantal juniorleden jonger dan zestien jaar, de wettelijke vertegenwoordiger kan vertegenwoordigen.
4. Een stemgerechtigd lid kan door een ander daartoe schriftelijk gevolmachtigd stemgerechtigd lid ter vergadering zijn stem doen uitbrengen. Een stemgerechtigd lid kan als gevolmachtigde slechts voor één ander stemgerechtigd lid ter vergadering zijn stem uitbrengen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt ook voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
5. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan een lid ook door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat het lid via het elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) voor zover het een stemgerechtigd lid betreft, zijn stemrecht kan uitoefenen. Een lid dient ten minste 3 dagen voor de algemene vergadering het bestuur om een dergelijke deelname aan de algemene vergadering te verzoeken.
6. Nadere regels omtrent het deelnemen aan en het stemmen in algemene vergaderingen door middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen in het huishoudelijk reglement worden vastgesteld.
Voorzitterschap en notulen van de algemene vergadering.
Artikel 17
1. De voorzitter van het bestuur heeft de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, heeft de secretaris van het bestuur de leiding van de algemene vergaderingen. Bij afwezigheid van de zowel de voorzitter als de secretaris van het bestuur voorziet de algemene vergadering zelf in de leiding van haar vergaderingen.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden notulen opgemaakt. Deze notulen worden in de eerstvolgende algemene
vergadering vastgesteld, en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en door degene die de notulen heeft opgesteld. Zij die de algemene vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces- verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
Besluitvorming van de algemene vergadering.
Artikel 18
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt
voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de algemene vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Ongeldige en blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. Ingeval van loting bepaalt de voorzitter van de vergadering de wijze van loting.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming wenselijk acht of een of meer van de stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een algemene vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding, ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van algemene vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
Bijeenroeping algemene vergadering.
Artikel 19
1. De algemene vergaderingen worden, onverminderd het bepaalde in artikel 15 lid 4, bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt door toezending van een schriftelijke aankondiging aan de adressen van alle leden volgens het ledenregister. De oproeping kan tevens geschieden langs elektronische weg. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de verzending niet meegerekend. Als de vereniging een officieel orgaan kent, kan de bijeenroeping van de algemene vergadering ook geschieden door plaatsing van de aankondiging in dit orgaan; de termijn voor deze oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van plaatsing niet meegerekend.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld,
onverminderd het bepaalde in de artikelen 20 en 21.
Statutenwijziging.
Artikel 20
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste veertien dagen.
2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzake leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste tweederden van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is dit vereiste gedeelte van de leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan veertien dagen en niet later dan zes weken, na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste tweederden van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking, dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid zelfstandig bevoegd.
5. Wijzigingen in de statuten van de vereniging behoeven de voorafgaande goedkeuring van het bondsbestuur van de bond.
Ontbinding en vereffening.
Artikel 21
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het
voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
2. Bij ontbinding van de vereniging wordt haar vermogen vereffend door de bestuursleden, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.
3. Bij het besluit tot ontbinding stelt de algemene vergadering, zoveel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van de vereniging,
de bestemming vast van hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is overgebleven.
4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en reglementen van de vereniging voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd 'in liquidatie'.
5. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vereniging worden, nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan, bewaard gedurende de door de wet daarvoor bepaalde termijn, door de door de vereffenaars daartoe aangewezen persoon.
Huishoudelijk reglement en andere reglementen.
Artikel 22
1. Behoudens het elders bij of krachtens deze statuten bepaalde, worden alle reglementen van de vereniging, waaronder begrepen het
huishoudelijk reglement, door de algemene vergadering vastgesteld en kunnen zij door de algemene vergadering worden gewijzigd of geschrapt.
2. In het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet
of niet volledig zijn geregeld. Het huishoudelijk reglement en de andere reglementen van de vereniging mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.
3. Wijzigingen in de reglementen van de vereniging dienen binnen een redelijke termijn ter kennis van het bondsbestuur te worden gebracht.
Beklemd vermogen.
Artikel 23
Het vermogen dat de vereniging op het moment van het passeren van de akte van fusie met Vereniging Acropolis en statutenwijziging onder algemene titel verkregen heeft alsmede de vruchten daarvan mogen slechts met toestemming van de rechter anders worden besteed dan vóór de fusie was voorgeschreven.
Slotbepaling.
Artikel 24
Het bestuur beslist in alle gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de vereniging voorzien.
adres
Contact
All Rights Reserved | HC AthenA | Powered by LISA